Gerookte rundertartaar

Bereid de BGE voor op direct grillen met het gietijzeren rooster en een temperatuur van 210 °C.

Leg de rookplank in een bak/emmer met water. Zorg er voor dat de plank goed onder water blijft. Laat minimaal 30 minuten weken.

Snijd het rundvlees in kleine blokjes. Snijd de cornichons in blokjes. Pel en snipper de sjalotjes. Knip de bieslook fijn.

Leg het vlees met de cornichons, sjalot, bieslook, mosterd, zonnebloemolie en peper en zeezout naar smaak in een mengkom en kneed goed door elkaar.

Verdeel het mengsel in vier gelijke porties en vorm iedere portie met de hand tot een tartaarvorm. Druk in het midden van iedere tartaar een kuiltje. Hier komt later de eidooier op.

Haal de rookplank(en) uit het water en leg hier de tartaartjes op. Zet de plank op het rooster van de BGE, sluit de deksel en rook de tartaartjes ongeveer 11 tot 13 minuten.

Na 8 tot 9 minuten begint de plank flink te roken. Leg de laatste 3 minuten de eidooier in het kuiltje. Dit doe je het beste door eieren te splitsen en de dooier totdat je die gebruikt, in een halve eierschaal te bewaren. Het tartaartje dient lauwwarm te zijn en de dooier mag niet stollen.

Spuit kruislings op een bord strepen met de balsamico stroop en schep voorzichtig met een spatel van de plank de tartaar er op. Garneer met een cornichon en beetje van het mosterdmengsel.